Dit Koninklijk Besluit bepaalde dat de namen lambiek, geuze, geuze-lambiek en ook de samenstellingen of afleidingen ervan enkel mochten gebruikt worden om een spontaan gistend bier aan te duiden.

Het wort moet gebrouwen worden met minstens 30% tarwe en de densiteit van het wort moet minstens 5 Belgische graden zijn. Op het eerste gezicht bood dit Koninklijk Besluit bonafide brouwers de nodige bescherming. In de praktijk werd de toepassing ervan echter nooit gecontroleerd.

Bovendien negeerde dit Koninklijk Besluit de realiteit: dat twee totaal verschillende producten, de echte traditionele geuze en de gefilterde en gezoete geuze, dezelfde naam bleven dragen. Latere amendementen in 1973, 1974 en 1993 gingen ook voorbij aan deze realiteit.

Op Europees niveau werd de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van levensmiddelen in 1992 geregeld door twee verordeningen (Verordening (EEG) nr. 2081/92 en Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen).

Beschermde oorsprongsbenaming (afgekort BOB; Engels: Protected designation of origin, PDO; Frans: Appellation d’origine protégée, AOP) is een Europese regelgeving) die regionale producten bescherming biedt tegen imitatie. Er zijn drie beschermingscategorieën voor regionale producten:

  • de beschermde oorsprongsbenaming (BOB)
  • de beschermde geografische aanduiding (BGA)
  • de gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS)

 

GTS – gegarandeerde traditionele specialiteit

Er wordt een register bijgehouden van regionale producten die erkend zijn in een van deze categorieën. Voor elk beschermd product gelden strikte regels: een vast proces en een gedefinieerd productiegebied. In principe zijn de producten alleen binnen de EU beschermd tegen namaak, dus namaak uit niet-EU-landen is niet beschermd. Wereldwijde bescherming is moeilijk binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

Geregistreerd als GTS benamingen waren:

  • Lambiek, geuze en lambiek
  • Kriek, Kersenlambiek, Frambozenlambiek en Fruitlambiek
  • Faro
  • Oude Geuze, Oude Geuze-Lambiek en Oude Lambiek
  • Oude Kriek, Oude Krieken lambiek, Oude Frambozen lambiek en Oude Fruit Lambiek

Oude lambiek is dus sindsdien lambiekbier gemaakt met minstens 30% tarwe en dat een integrale spontane gisting heeft ondergaan. “Oude geuze” wordt gemaakt door 100 % oude lambiek van spontane gisting te mengen met een gewogen gemiddelde leeftijd van minstens één jaar en waarvan de oudste minstens drie jaar heeft gerijpt op houten vaten. Het mengsel moet nagisten op fles en moet na zes maanden rijping op fles voldoen aan een aantal biochemische eisen.

“Oude Kriek” moet ook hergist zijn in de fles.

Voor geuze en kriek, die niet het voorzetsel “Oud” of “Oude” mogen dragen, zijn de eisen veel minder streng; lambiekbieren moeten niet zo oud zijn, er moet geen nagisting op fles plaatsvinden en filteren, verzoeten en pasteuriseren zijn toegestaan.

Naam van het product

FR
Vieille Kriek, Vieille Kriek-Lambik, Vieille Framboise-Lambik, Vieux fruit-Lambik

EN
Oude Kriek, Oude Krieken Lambiek, Oude Raspboise Lambiek, Oude Fruit-Lambiek.

 

(b) Specifieke productie- of bereidingsmethode

Zuur bier dat spontaan gist tijdens het bereidingsproces. Spontaan gegist bier wordt verkregen door een gisting die optreedt tijdens het afkoelen van gekookt wort onder invloed van micro-organismen die aanwezig zijn in de lucht.

 

(c) Traditioneel karakter

De traditie van geuze, lambiek, geuze-lambiek, faro en fruitbieren op basis van lambiek wordt uitvoerig beschreven in het dossier “La Région du Lambic” van Thierry Delplancq (september 1995). Dit bestand beschrijft de verschillende producten, geeft een etymologische verklaring van de benamingen, vermeldt waar deze benamingen voor het eerst verschenen en geeft de grenzen van de regio aan. Schriftelijke verslagen over de productie van deze bieren bestaan al vanaf het begin van de 19e eeuw, en voor faro zelfs vanaf het begin van de 18e eeuw.

 

(d) Productbeschrijving

Zuur bier met een aroma dat kenmerkend is voor rijping waarin het micro-organisme Brettanomyces Bruxellensis en/of Lambicus een bepalende rol speelt. Het bier heeft een begindichtheid van minstens 12,7° Plato, een pH tot 3,8 en een bitterheid tot 20 EBU.

Oude Kriek of Oude Kriek Lambiek wordt gemaakt door lambiekbieren te mengen met een gewogen gemiddelde leeftijd van minstens één jaar en waarvan de oudste minstens één jaar gerijpt heeft op houten vaten. Het mengsel ondergaat nagisting op de fles en heeft na zes maanden rijping op de fles een isoamylacetaatgehalte van niet meer dan 0,5 ppm, een ethylacetaatgehalte van niet minder dan 50 ppm, een vluchtig zuurgehalte van ten minste 10 mEq NaOH en een totaal zuurgehalte van ten minste 75 mEq NaOH.

Oude Kriek wordt verkregen door aan het mengsel krieken, kriekensap of geconcentreerd kriekensap toe te voegen met een gewichtsequivalent in krieken van niet minder dan 10% en niet meer dan 25% van het gewicht van het eindproduct. Hetzelfde geldt voor de andere vruchtenbieren, met uitzondering van perzikbier, waarin het gewichtsequivalent aan toegevoegde perziken niet meer dan 30 % mag bedragen.

 

(e) Minimumeisen en specificiteit van de controleprocedure

De controle van in België vervaardigde producten wordt uitgevoerd door de Economische Algemene Inspectie (EAI), de officiële controledienst van het Belgische Ministerie van Economische Zaken.

Deze controle omvat:

  • controle van de inventaris en het beheer van de voorraden in de betrokken brouwerijen;
  • bemonstering in de brouwerijen en de distributiebedrijven om het bereidingsproces en de conformiteit van de producten te controleren; een microbiologische controle tijdens de bereiding en een aromacontrole. De initiële minimale dichtheid, pH, kleur en bitterheid van het bier kunnen ook gecontroleerd worden met laboratoriumtests.